Spring naar inhoud

Van Borgerhout naar Bolivia en terug

zondag 13 mei 2012

Rood! is trots dat Walter Lotens de gelederen komt versterken. We laten hem in dit stuk aan het woord over zijn visie op de stad en op de wereld. Maar eerst een korte voorstelling.

Borgerhoutenaar Walter Lotens (°1942) noemt zich een glokale burger. Deze gepensioneerde leraar, mede-oprichter van de Actiegroep Kritisch Onderwijs (AKO), moraalwetenschapper, publicist en Latijns-Amerikawatcher schreef voor LA Chispa, een Nederlandstalig magazine over Latijns-Amerika en de Cariben, het Belgische De Reiskrant en voor de Surinaamse krant “De Ware Tijd” en nu voornamelijk voor de webzine voor internationale politiek uitpers.be, waarin hij niet alleen uitvoerig aandacht besteedt aan Latijns-Amerika, maar ook aan het Antwerpse mobiliteitsdossier. Hij gelooft in de taaie kracht van onderuit, zoals de Antwerpse actiegroepen stRaten-generaal en Ademloos al jaren bewijzen – het nihil volentibus arduum is zeker geen uitspraak waarop alleen iemand als Bart de Wever een patent heeft – en … zoals de nieuwe sociale bewegingen in het huidige Bolivia onder Evo Morales aangetoond hebben.

Die geografische sprong is vanzelfsprekend voor een buurtbewoner én kosmopoliet voor wie ‘een andere wereld is mogelijk’ geen loze woorden zijn. Dat blijkt uit zijn publicaties. Naast boeken over de regio (“Abya-Yala, dagboek van een tegendraads reiziger”(1993), “De pijn van Pachamama, Boliviaanse aantekeningen” (1997) en “Deuken in Sandino’s hoed, over internationale solidariteit” (1998) schreef Lotens drie werken over Suriname waar hij met zijn partner Anne Van den Bril van 1998 tot en met 2003 woonde en werkte: “Gesprekken aan de Waterkant” (2000), “Suriname in stukjes” (2002) en “Omkijken naar een ‘revolutie’, Surinaamse intellectuelen onder militairen” (2004). “Ticket naar Shangri-la, verkenningen aan de grens” (2006) is een essay met beschouwingen over reizen. In 2008 verschenen van hem “De ziel reist te voet, excursies over duurzaamheid” en “Het vacuüm van de kosmopoliet, stemmen over vermenging” ( Pelckmans, Kapellen).

In 2010 kwam bij Lannoo “Groeten uit Borgerhout, dagboek van een buurtbewoner” uit en zeer binnenkort verschijnt bij ASP “Pijnen van een Pachakuti, Bolivia onder Evo Morales”. Hij werkt nu aan een boek over de kracht van coöperaties. Rood! is trots dat Walter Lotens de gelederen komt versterken. We laten hem hier aan het woord over zijn visie op de stad en op de wereld.

Vermenging van culturen

‘Vermenging van culturen’ is een thema dat mij bezighoudt, zowel in Oud-Borgerhout als elders in de wereld. Vermenging of ‘hybridisering’ zoals de antropologen zeggen is het belangrijkste intercultureel proces dat zich op dit ogenblik aan het voltrekken is. Overal ter wereld, of je nu in België of in Bolivia woont, wordt er een verhitte politieke discussie gevoerd tussen voorstanders van een mono- en van een multiculturele samenleving. De inzet zijn de ‘nieuwkomers’ – zeg maar liever aangespoelden – die zich via een moeizaam inburgeringsproces een nieuw bestaan proberen te verwerven in hun ‘land van aankomst’, dat alles behalve een Shangri-la blijkt te zijn.

Wil men de slogan ‘’t stad is van iedereen’ waar maken, dan moet er ook gewerkt worden aan een sociaal Antwerpen met een uitgebreide sociale huisvesting en sportinfrastructuur, een goede begeleiding van jongeren en een kwalitatief sterk en goed uitgebouwd onderwijs om straks de 600.000 inwoners van deze stad te kunnen opvangen.

Als bewoner van Oud-Borgerhout met zijn vele nationaliteiten zie ik dagelijks hoe moeizaam dat proces verloopt. Wie ben ik? Hoe anders ben ik dan de andere? Dat zijn maar enkele van de identiteitsvragen die zowel in El Alto, de bovenstad van La Paz, als aan het Borgerhoutse Krugerpark gesteld worden. Vooral dan bij jongeren, die door hun branieachtig gedrag hun onzekerheid en perspectiefloosheid proberen te verbergen.

De Aymara antropoloog María Angela Riveros sprak met een aantal rappers van El Alto en typeerde de inheemse hip-hop als een dialoog tussen het globale en het lokale. Het opzwepende ritme van de hip-hop, dat zich in de jaren zestig in de Bronx van New York ontwikkelde, verspreidde zich via de onderbuik van alle steden en gaf er, zoals in El Alto of Borgerhout, een eigen klankkleur aan.

Een sociaal Antwerpen…voor iedereen

Dat is het identiteitsdiscours dat cultureel wordt ingekleurd, maar daarnaast – en belangrijker – is de sociaal-economische positie van de burger die in grote mate zijn ontplooiingsmogelijkheden bepaalt. Dat is een vuistregel die overal ter wereld geldt. In El Alto groeit een nieuwe generatie jeansdragende, aymarallanosprekende jongeren op, die met hongerige blik naar de rijkdom in de benedenstad van La Paz kijkt. Zij staan zeer letterlijk aan de rand van de maatschappij: duizend meter onder hen.

Een tijdje geleden brandde Londen. Zestienduizend agenten probeerden nog meer brandstichting, plundering en vernieling tegen te gaan. Gecapuchoneerde jongeren uit de onderbuik van London City trokken sporen van vernieling door één van de duurste steden ter wereld. Je moet geen geleerde stadssocioloog zijn om te voorspellen dat dergelijke uitbarstingen ook in Borgerhout, Kuregem of…El Alto mogelijk zijn. De broeihaarden van stedelijke riots zijn altijd en overal hetzelfde. Dat schreef criminoloog Lieven Pauwels van de Gentse universiteit. ‘Het gaat om buurten waar alle sociale problemen accumuleren: veel jonge en langdurig werklozen, een laagopgeleide bevolking, slechte omstandigheden om te leven en te wonen.’

De aandacht van deze stad mag niet alleen uitgaan naar de nieuwe Eilandjebewoners en gefortuneerde loftbezitters aan de Antwerpse haven. Wil men de slogan ‘’t stad is van iedereen’ waar maken, dan moet er ook gewerkt worden aan een sociaal Antwerpen met een uitgebreide sociale huisvesting en sportinfrastructuur, een goede begeleiding van jongeren en een kwalitatief sterk en goed uitgebouwd onderwijs om straks de 600.000 inwoners van deze stad te kunnen opvangen.

Nieuwe grammatica voor links

Op wereldvlak ziet het er naar uit dat de sociale, culturele en economische geografie van een land er binnenkort een zal zijn van met elkaar verbonden stadsgewesten. Steden beginnen stilaan de staat te verdringen in de politieke ruimte. Ze vormen het decor waar sociale strijd geleverd wordt.

Op de zoektocht naar die nieuwe participatieve democratie in verscheidenheid heeft de oude grammatica van links geen antwoord.

El Alto is in de recente Boliviaanse geschiedenis de ‘voorhoede’ van de nieuwe sociale bewegingen geworden. Het is echter een nieuwe voorhoede, die zich niet zoals de voorhoede uit het marxisme-leninisme op een verticalistisch-militaristische manier gedraagt. Zoals El Alto geen afgebakend centrum heeft, maar eerder een soort van netwerkstad met verschillende kleinere centra, zo vormen ook de sociale bewegingen plaatselijke haarden van verzet die op een horizontale manier met elkaar verbonden worden. Op de zoektocht naar die nieuwe participatieve democratie in verscheidenheid heeft de oude grammatica van links geen antwoord. De motor van het verzet werd in El Alto gevoed door de afkeer van de traditionele politiek en het gebrek aan democratie. Dat zien we ook in de nieuwe democratische bewegingen van indignados, die de openbare ruimtes van de grote steden in Spanje en Griekenland veroverden.

Ook in Jeruzalem stroomde een rivier van mensen door de straten, die protesteerden tegen de Israëlische regering die de gezondheidszorg en het onderwijs in een vorm van luxe hebben veranderd. In Wall Street en, veel dichterbij, in Brussel, bezetten de indignados de straat en de ruimtes, die een concretisering zijn van een onmenselijk economisch systeem. Op al die plaatsen in de wereld zijn mensen het beu te figureren als opvulling in de kranten, als statistieken, als potentiële consumenten, die alleen goed zijn om de financiële gaten te dichten van waanzinnig speculerende banken. Alleen als het Rien ne va plus! weerklinkt wordt de modale burger mee in het schuldenbad getrokken van het casinokapitalisme.

Het IMF feliciteert Bolivia met een economische groei die het land – o ironie – heeft kunnen maken door precies de economische dictaten van die internationale organisatie naast zich neer te leggen.

Bolivia als voorbeeld

In een land als Bolivia onder Evo Morales worden die schulden niet verhaald op de modale burger, maar worden ze terug naar afzender gezonden. Gaat het daarom slechter met de Boliviaanse economie? Nee, integendeel. Het IMF feliciteert Bolivia met een economische groei die het land – o ironie – heeft kunnen maken door precies de economische dictaten van die internationale organisatie naast zich neer te leggen. Het kan dus blijkbaar ook anders. De recente verkiezingsuitslagen in Europa – Frankrijk en zeker Griekenland – wijzen erop dat de Europeanen van onderuit die dictaten van de Europese Unie niet langer pikken.

Participatieve democratie

Borgerhout en Bolivia hebben niet alleen de eerste letter gemeen. Het verhaal van het Krugerpark is tevens een voorbeeld van de zoektocht naar een duurzaamheidsdriehoek waarin politici, alerte ambtenaren en wakkere burgers elkaar kunnen vinden. Dat is het vertrekpunt voor een dynamische basisdemocratie die een werkelijke participatie aan het maatschappelijke leven kan garanderen en dat moet veel meer zijn dan een symbolische ontmoeting tijdens de traditionele stembusgang.

Het Antwerpse mobiliteitsdossier is te belangrijk om aan enkele arrogante politici overgelaten te worden die de eigen partij belangrijker vinden dan straks het leven van 600.000 Antwerpenaren. Borgerhout, Antwerpen, België…Bolivia. Who cares: het gaat om de stem van onderuit en om het respect- en begripvol omspringen met de energie die daaruit voortvloeit. Dat is van des te meer belang zeker op een ogenblik dat een arrogante financiële wereld haar verliezen afwentelt op politici en gewone burgers. En wat is het antwoord daarop? Geen, zeker niet van de traditionele politici. Er zijn geen dwarsliggers meer in de halfronden van de macht.

Ook links is machteloos. Daarom is Rood! nodig in deze stad. Om lastige vragen te stellen over schuldenlasten waar wij als gewone burgers niets mee te maken hebben, maar ook om te verwijzen naar plaatsen in de wereld waar men, met vallen en opstaan, bewijst dat het ook anders kan.

Daarom trok ik vorig jaar opnieuw naar Bolivia om het boeiende, maar moeilijke veranderingsproces dat zich daar onder Evo Morales ontwikkelt, te kunnen volgen. Hieruit ontstond mijn nieuw boek Pijnen van een Pachakuti, Bolivia onder Morales. Het is zeker geen ver-van-mijn-bed-show, maar een intellectuele zoektocht naar ‘het goede leven’ en naar elementen voor een nieuwe grammatica van links. Terwijl men in landen als Bolivia een stukje welvaartsstaat probeert op te bouwen wordt dat model in het Westen (wegens te duur voor de concurrentiepositie) almaar sneller afgebouwd. Terwijl de pensioenleeftijd in Europese landen almaar hoger wordt, vermindert Bolivia de pensioenleeftijd van 65 naar 58 jaar. Op 1 mei van dit jaar heeft Evo Morales de elektriciteitssector genationaliseerd. Re-nationaliseren heet zo’n maatregel. Het is gedurfd om een ethische politiek te voeren in een tijd dat enkele grote aandeelhouders regering na regering op de knieën krijgt.

Dwarsliggende oude krokodil

Ik voel me als dwarsligger van net geen zeventig aangesproken door dit initiatief. Stéphane Hessel is nog 24 jaar ouder dan ik en zijn Indignez vous! klinkt wereldwijd. Ik heb als kleine jongen ‘vliegende bommen’ op Antwerpen weten vallen. Dat is echter een zeer vage herinnering voor iemand die is opgegroeid in de koude oorlogsjaren, maar die nog zeer goed weet dat hij heeft kunnen genieten van de voordelen van de welvaartsstaat die na jaren van vakbondsstrijd werden verworven. De vertaling ervan? Degelijk onderwijs, goede gezondheidszorgen, vastheid van betrekking en een goed pensioen. Het zijn stuk voor stuk zaken die voltooid verleden tijd zijn.

Het vervelende is dat de meeste mensen zich daar amper van bewust zijn, want een hele ‘industrie’ is bezig een neoliberaal bewustzijn te creëren. Ook de media – waar zijn de kwaliteitskranten van weleer ? – doen mee aan die pensée unique productie. Méér productiviteit, langer werken, maaltijdcheques om de sociale zekerheid te omzeilen en ga zo maar door, worden niet meer in vraag gesteld. Het is eerder dé vakbond met al zijn stakingen die de zwarte piet toegeschoven krijgt. Om die volksverlakkerij te keren is een nieuwe grammatica voor links nodig. Daar wordt niet alleen in Bolivia naar gezocht. Het is een glokale zoektocht waaraan ik via Rood! in deze stad mijn steentje wil bijdragen.”

No comments yet

Plaats een reactie